4 Kerstliederen (Guilielmus Messaus): Difference between revisions
Jump to navigation
Jump to search
mNo edit summary |
|||
Line 24: | Line 24: | ||
'''Dutch text''' | '''Dutch text''' | ||
: | :'''1. Een kindeken is ons geboren''' | ||
:Refrein | :Refrein | ||
Line 45: | Line 45: | ||
:Die ons nu komt alle verlossen van de eeuwige dood. | :Die ons nu komt alle verlossen van de eeuwige dood. | ||
: | :'''2. O zalig, heilig Bethlehem''' | ||
:O zalig, heilig Bethelem, o onder duizend uitverkoren, | :O zalig, heilig Bethelem, o onder duizend uitverkoren, | ||
Line 53: | Line 53: | ||
:tot u zo komt Emmanuel, wilt uit der zonden slaap ontspringen. | :tot u zo komt Emmanuel, wilt uit der zonden slaap ontspringen. | ||
:O koning Christe, prince, groot, hoe wordt gij hier aldus gevonden | |||
:in hooi en strooi, in zulken nood, in armen doekskens teer gewonden? | |||
:Gij hebt het firmament gemaakt alwaar u loven 's hemels geesten, | |||
:maar nu geheel bloot ende naakt, ligt gij in t'midden van de beesten. | |||
:Komt tot dit kind, gij Adams kind, hoe kondt gij nog de wereld minnen? | |||
:Ziet hoe Jezus zich met u bindt: Offert hem heel uw hart en zinnen. | |||
:'''3. Met dezen nieuwe jare''' | |||
:Met dezen nieuwe jare, zo wordt ons openbare | |||
:hoe dat een Maged klare de wereld heeft verblijd. | |||
:refrein | |||
:Geloved moet zijn dat zoete kindekijn | |||
:Geëred moet zijn dat liefste moederkijn, | |||
:nu en tot aldertijd. | |||
:Hoe wel was haar te moede, doen zij in vlees en bloede | |||
:aanzag 's herten hoede den Heer der wereld wijd. | |||
:refrein | |||
:Die englen zongen schone, Glorie in den trone, | |||
:ter ere Godes zone, Christus gebenedijd. | |||
:refrein | |||
:'''4. Het kwamen drie koningen''' | |||
:Het kwamen drie koningen uit verre landen, | |||
:nu wiegen. nu wiegen, nu wiegen wij. | |||
:Om Gode te doen offerande | |||
:Des waren zij vro, alle mijne troost, | |||
:mijn toeverlaat, is Maria zoon. | |||
:Zij kwamen uit Oosten, zij kwamen van verre, | |||
:nu wiegen, nu wiegen, nu wiegen wij. | |||
:Al bij het verlichten van eender sterre, | |||
:Des waren zij vro, alle mijne troost, | |||
:mijn toeverlaat, is Maria zoon. | |||
:Zij volgden die sterre in korte stonden, | |||
:nu wiegen, nu wiegen, nu wiegen wij. | |||
:tot Bethlehem daar zij dat kindelijn vonden, | |||
:Des waren zij vro, alle mijne troost, | |||
:mijn toeverlaat, is Maria zoon. | |||
:Zij offerden myrre en wierook en goud, | |||
:Nu wiegen, nu wiegen, nu wiegen wij. | |||
:zij loofden dat kindeken menigvoud. | |||
:Des waren zij vro, alle mijne troost, | |||
:mijn toeverlaat, is Maria zoon. | |||
Revision as of 16:12, 9 December 2006
Music files
ICON | SOURCE |
---|---|
File details | |
Help |
CPDL #13211: [Messaus-4kerstliederen.pdf ]
- Editor: Arjen Bax (added 2006-12-07). Score information: A4, 6 pages, 98 kbytes Copyright: CPDL
- Edition notes:
General Information
Title: 4 kerstliederen
Composer: Guillelmus Messaus
Number of voices: 4vv Voicing: SATB
Genre: Sacred, Carols
Language: Dutch
Instruments:
Published:
Description:
External websites:
Original text and translations
Dutch text
- 1. Een kindeken is ons geboren
- Refrein
- Een kindeken is ons geboren in Bethlehem,
- Des hadde Herodes toren, dat scheen aan hem!
- Drie koningen uitverkoren kwamen te Jerusalem,
- Zij vraagden waar hij was geboren, den koning der Jolem.
- Wij zagen in Orienten die sterre zijn.
- Wij komen om hem te aanbidden dat zoete kindekijn,
- Toen Herodes alzo vernam dat dat Kind geboren was,
- zo werde hij toornig en gram ende ontzag hem das,
- dat hij zo verliezen zoude zijn rijk 't was groot.
- Hij zochte te brengen met rouwe dat kindeken te dood.
- Hij vraagde met haastigheden waar dat kind geboren was,
- Te Bethlehem in der stede zo was men daar en las,
- Ter wereld is daar geboren die Here groot.
- Die ons nu komt alle verlossen van de eeuwige dood.
- 2. O zalig, heilig Bethlehem
- O zalig, heilig Bethelem, o onder duizend uitverkoren,
- vereerd boven Jerusalem, want Jezus is in u geboren.
- Verheug u dan, o Israel, hoe mocht m'u blijden boodschap brengen,
- tot u zo komt Emmanuel, wilt uit der zonden slaap ontspringen.
- O koning Christe, prince, groot, hoe wordt gij hier aldus gevonden
- in hooi en strooi, in zulken nood, in armen doekskens teer gewonden?
- Gij hebt het firmament gemaakt alwaar u loven 's hemels geesten,
- maar nu geheel bloot ende naakt, ligt gij in t'midden van de beesten.
- Komt tot dit kind, gij Adams kind, hoe kondt gij nog de wereld minnen?
- Ziet hoe Jezus zich met u bindt: Offert hem heel uw hart en zinnen.
- 3. Met dezen nieuwe jare
- Met dezen nieuwe jare, zo wordt ons openbare
- hoe dat een Maged klare de wereld heeft verblijd.
- refrein
- Geloved moet zijn dat zoete kindekijn
- Geëred moet zijn dat liefste moederkijn,
- nu en tot aldertijd.
- Hoe wel was haar te moede, doen zij in vlees en bloede
- aanzag 's herten hoede den Heer der wereld wijd.
- refrein
- Die englen zongen schone, Glorie in den trone,
- ter ere Godes zone, Christus gebenedijd.
- refrein
- 4. Het kwamen drie koningen
- Het kwamen drie koningen uit verre landen,
- nu wiegen. nu wiegen, nu wiegen wij.
- Om Gode te doen offerande
- Des waren zij vro, alle mijne troost,
- mijn toeverlaat, is Maria zoon.
- Zij kwamen uit Oosten, zij kwamen van verre,
- nu wiegen, nu wiegen, nu wiegen wij.
- Al bij het verlichten van eender sterre,
- Des waren zij vro, alle mijne troost,
- mijn toeverlaat, is Maria zoon.
- Zij volgden die sterre in korte stonden,
- nu wiegen, nu wiegen, nu wiegen wij.
- tot Bethlehem daar zij dat kindelijn vonden,
- Des waren zij vro, alle mijne troost,
- mijn toeverlaat, is Maria zoon.
- Zij offerden myrre en wierook en goud,
- Nu wiegen, nu wiegen, nu wiegen wij.
- zij loofden dat kindeken menigvoud.
- Des waren zij vro, alle mijne troost,
- mijn toeverlaat, is Maria zoon.